Samen met 15.600 andere deelnemers starten op zondagmorgen 09.00 uur Gonny Houtman, Herman Haan en Aad van der Drift in de 13e Maratona della Città di Roma. De start vond plaats vlak voor het Colosseum. 10 km kinderkopjes en basaltstenen, gaten in het asfalt en een en al vals plat verhinderden onze lopers niet om heelhuids aan te komen. De officiële tijden zijn bekend, Gonny Houtman: 3.44.07 uur, Herman Haan 3.50.54 uur en Aad van der Drift voltooide deze loop in 4.30.44 uur. De weersomstandigheden (zonnig) en het parcours van Rome en Vaticaanstad met alle hoogtepunten waren van een ongekende schoonheid. 11.946 deelnemers haalden de finish. Foto`s staan hier , een filmpje staat hier. Zie voor meer informatie de uitslagenpagina. Klik nu op lees verder voor het verslag.

Voettocht door Rome

Wat zeker is ,is dat de dichter/schrijver Bertus Aafjes de Maratona dellà citta di Roma, nooit heeft gelopen, het is immers nog maar de 18e editie van deze Romeinse stadmarathon. Bertus Aafjes liep amper een jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog en het ging hem om de reis erheen. Ons gaat het 61 jaar later om de reis er door heen.
Ongeveer 15.000 lopers, al dan niet goed getraind dachten er net als de Businessrunners uit Groningen over om de koningsafstand van het hardlopen in de eeuwige stad te voltooien. Dat er amper 12.500 de finish haalde is een bijzaak. Voor velen gaat het in deze marathon niet om een ereplaats of prachtige PR, maar om de sublieme entourage. Wie kent immers niet het Collosseum, de Spaanse trappen of de Trevifontein, allemaal plaatsen waar wij langs zouden komen. Lopers die deelnemen aan de Maratona dellà citta di Roma bezoeken in feite de hoogtepunten van 3000 jaar Romeinse civilisatie.
Om de marathon goed voorbereid te lopen moet je eerst een paar dagen acclimatiseren. De Romeinse bezienswaardigheden vooraf bezoeken garanderen immers een tijdige aankomst over de finishlijn (je mocht over deze marathon maar 7 ½ uur doen) . Onderweg even kijken bij het Circus Maximus of het Vaticaan kun je je in wezen niet veroorloven.
Deelnemers die zoals wij dagen van te voren aankwamen, kuierden de dagen voor de start door de het centrum en waren duidelijk herkenbaar aan het blauwe T-shirt en de schitterende tas die je bij de inschrijving kreeg. Ook in het Vaticaan troffen we veel lopers aan, al dan niet biddend, onder Gods enige 123 meter hoge koepel.
De eerbiedwaardige Petrus, de eerste paus, was voor de kenners onder de lopers favoriet. Immers pelgrims die in de stad aankomen en het centrum van het Katholicisme bezoeken betasten al sinds 1250 de voeten van de heilige Petrus. Dit garandeerde in elk geval een behouden thuiskomst zo dacht men. De gevolgen van dit vele betasten waren duidelijk te zien. De miljoenen die ons voorgingen hadden die voeten danig uitgesleten.

Deze marathon was mijn tweede reis die ik met de Businessrunners maakte. Kenmerken van dit soort reizen zijn: leuke hotelletjes liefst zo dicht mogelijk bij de start/finish, enthousiaste medereizigers, een heuse supporter schare en uiteraard een aansprekende marathon die immer begeleid wordt door een motiverende trainer (Jaap Smit) en uitstekende masseur (Herman Haan).
Deze begeleiding zorgt er in elk geval dat mijn niets kan overkomen, dat is nodig ook want twee weken voor de marathon kreeg ik ineens behoorlijk pijn onder mijn linker voet. Diagnose, overbelasting en ten gevolge daarvan een stijve kuit. Hoewel ik mijn kuiten niet direct in verband bracht met de onderkant van mijn voet deden de magische handen van Herman hun werk op onnavolgbare wijze. Al direct na de massage in Leens kreeg ik het vertrouwen in de marathon van Rome terug. Ook in het hotel in Rome werd ik nog een keer goed door Herman onder handen genomen, de Italiaanse sfeer zorgde er overigens wel weer voor dat dit gepaard kon gaan met een glaasje wijn. Of de wijn of de massage het deden weet ik niet maar de volgende dag liep ik in elk geval heel prettig door de Romeinse straten. Want wat ook gezegd mag worden, de Businessrunners hebben altijd een onnavolgbare training vooraf in een Romeinsparkje.
Wie een marathon gaat lopen is nerveus, een bekend euvel bij velen. Ik wil dan ook toegeven dat ik vlak voor een marathon slecht slaap en in de ochtend bijna geen hap door mijn keel kan krijgen. Net als bij veel andere lopers is mijn hartslag vlak voor zo’n marathon vaak hoger dan normaal, maar het aller-vervelendste is wel dat ik de nacht ervoor erg slecht slaap. Een beetje duf schoof ik samen met de andere lopers aan bij het ontbijt waar heel veel vocht werd genuttigd en waarna we nog een laatste instructie van Jaap Smit kregen.
Nadat er voor de eerste keer een groepsfoto van deze dag werd gemaakt, er volgde nog twee andere sessies, deelde Jaap enige pakjes Squeezy uit. Na vele malen deze koolhydraatrijke pakketjes niet meer te hebben meegenomen leek het me toch goed dit nu te gebruiken. Het nadeel van Sqeezy is dat het zo stroperig op je tong ligt en nauwelijks door te slikken is. Daar die pakketjes warm wel eetbaar zijn stopte ik hem deze keer in mijn onderbroek en inderdaad onderweg had ik geen moeite met het wegwerken. De ruim 500 meter van hotel naar startplaats liepen we tezamen, onderweg ontmoeten we een Romeinse soldaat met schild en marathon-deelnemernummer. De man bleek in deze soldatenuitrusting de marathon te gaan lopen. Ik ben er nog niet achter welke tijd hij daarvoor heeft genomen, maar makkelijk zal het niet zijn gegaan.

Na een paar honderd meter doemde het Collosseum als een overweldigend decor voor ons op. Dit enorme decor was de Engelse monnik Beda in de achtste eeuwse reeds opgevallen. Hij zei toen: “Quamdice stabit Coloseum stabit et Roma”, zolang het Collosseum zal bestaan zal ook Rome bestaan.
Hoewel deze vrome pelgrim dit in volle overtuiging ooit eens zei, waren er diverse pausen die er alles aan deden om de steenmassa van het Collosseum in een St. Pieterskerk om te zetten. De huidige restanten van dit historisch bouwwerk zijn zonder twijfel een van de mooiste decors die een mens zich van een marathon kan voorstellen. Op de Via Dei fort Imperiali, de weg voor het Collosseum, markeert een enorm spandoek, de startplaats. Om daar te komen moesten we echter eerst een rondje Collosseum doen , de start voor deze marathon vond plaats vanuit 4 startvakken. Als B-categorie loper kom ik uiteraard in het C-vak terecht.

m precies 9 uur klinkt het startschot en zetten de lopers zich in beweging langs de restanten van het antieke Forum Romanum. We lopen de Palatino, de heuvel waarop de eerste Romeinen rond 753 v.Chr. voet zetten af en zien daar vele toeschouwers waaronder de supportersschare van de businessrunners. In de bocht van Via Dei Fort Imperiali staan vervolgens de in oranje uitgedoste lieden om ons aan te moedigen. Deze eerste kilometers waren overigens een mooi voorproefje van wat ons verder nog te wachten zou staan. Kleine en grote zwarte straatstenen vormen de belangrijkste hindernis die tijdens deze marathon zullen moeten worden genomen. Bij Circus Maximum, de oude 600 m lange paardenrenbaan, kan ik het niet laten een honderdtal meters om te lopen. Het is immers prachtig om over dit terrein een stukje marathon te vervolgen. Wel voelde ik me een vreemde eend op dit stuk, ik liep met hardloopkleren en nummer op de borst een marathon lopen tussen kinderwagens en wandelaars.
De enorm massale start gaf een andere verzwarende omstandigheid aan. Tijdens het hele parcours was het nagenoeg even druk als de jaarlijkse 4 mijl van Groningen, pas in de laatste kilometers werd het rustiger. Het omlopen over het Circus Maximus was dus niet eens zo vertragend. Weer terug op de route liepen we in zuidelijke richting over de Via Ostiense naar de basiliek van de heilige Paulus. De Via Ostiense is een lange, niet al te opzienbarende weg. Wel speelde op de Piazza Madonna di Loretto een muziekband de “Artato Toscanini” die er de vrolijkheid in hield, door een knik in de weg kwamen we de band twee keer tegen.
Bij het 6 km punt werd voor de eerste keer de Tiber gepasseerd. Hier kwam ik de enige mij bekende loper van die dag tegen, Pino Camera. Bij Pino zat de hardlooplust nog volop in de benen, na enige minuten raakte hij uit zicht. Rond het 10 km punt kwamen we weer in de buurt van de start/finish, maar voor we weer terug waren bogen de route linksaf om dan lange tijd langs de rivier de Tiber richting Vaticaanstad te gaan. Hoge Platanen, nog steeds zonder blad, stonden links en rechts langs de weg. Op het 13 km punt dook wederom een oranje vlek op, de supportersschare. Na flink te zijn aangemoedigd kreeg ik er vanaf dit punt pas echt zin in. Ik ben geen ochtendmens dus naar een start om 9 uur ’s kijk ik niet echt uit. Een uurtje warmlopen was dus wel nodig, voordeel is dat je rustig start.

Het prachtige weer (18-20 graden) fleurde de boel nog eens extra op. Ik hoopte dan ook z.s.m. het 15 km punt te bereiken. Daar immers zou de St. Pieter gepasseerd worden. Toegegeven het passeren van het plein deed mij wel wat. Ik meende zelfs de niet al te populaire paus nog achter een raampje te zien zwaaien. Na de St. Pieter kwamen we langs de ingang van het Vaticaan-museum en slingerden richting het halve marathonpunt.
De omgeving hier, het noordelijke deel van de stad, is saai noch aantrekkelijk. Asfalt met gaten wordt hier afgewisseld met kleine zwarte steentjes. De water- en sponsposten kom ik met een regelmaat van 5 km tegen. Prima verzorgd, maar als ruim 5000 sponsen op een smal stuk liggen dan loopt dat wel zacht maar ook glad. In de buurt van de 25e worden er voor het eerst ook sinaasappelen en bananen uitgereikt. De gladde stenen in combinatie met de diverse fruitsoorten garanderen een zeer gladde weg. Bij het 35 km punt is er ook zo’n nog een fruittafel, een echte pleisterplaats want de gladheid heeft daar een slachtoffer geëist. Bebloed ligt de man op de grond. Ook ik maak een dansbeweging alsof ik op glad ijs mijn evenwicht verlies, gelukkig blijf ik welop de been.

Het 25 km punt kent wel een slachtoffer. Pino Camera die mij vrolijk lopend op het 12 km punt passeerde is er volgens eigen zeggen doorheen. Al aanmoedigend krijg ik er bij hem de pas weer in. We besluiten samen richting Collosseum te gaan. Als we een oprit naderen zien we de eerste wandelaars en later is zelfs iedereen aan het wandelen, de oprit die toegang biedt naar de brug over de Tiber is warm en voor velen te hoog. Niemand proeft nog het genoegen van de afdaling.
Tussen 30 en 35 km zien we Jaap Smit. Hij voorziet ons nog van extra Sqeezy’s. Jaap staat hier op zijn post en vertrekt naar eigen zeggen pas als de laatste Businessrunner hem passeert. De sponsen die de eerste keren almaar vochtig bleven drogen nu snel op. De temperatuur begint rond het middaguur dan ook fors op te lopen. Nabij Piazza Navano (34 km) staat een sloom blaaspoeperbandje het loopritme eruit te halen. De gezelligheid die muziekbands leveren zijn echter dermate dat een ieder het wel waardeert. Het 35 km punt wordt weer door de supporters bevolkt. Veel lopers zijn er dan al totaal doorheen. Die laatste 7 zijn dan ook meestal het zwaarst. Pino die nog steeds in alle drukte met mij meeloopt wil mij almaar weg hebben omdat ik om mijn tijd moet denken. Ik geniet van Rome dus maak geen aanstalten tot de laatste 3 km, dan besluit ik te proberen onder de 4 ½ uur te komen. Een lelijke tegenvaller verhinderde dit. De Via Petroselle gaat eerst fors omhoog en dan de laatste 500 meter pas daalt de weg. Het opdoemende Collosseum is prachtig. Door te versnellen loop ik de laatste 2,195 km het snelst van de hele marathon. Het mocht niet baten, iets langer dan 4 ½ uur doe ik erover. Twee minuten later komt Pino binnen, op zijn gezicht staat ongeloof. Hij beseft nog maar amper dat hij het gehaald heeft. Na mij komen nog diverse Businessrunners binnen. Voor Harm en Martin was dit hun eerste marathon. Martin heeft het zwaar, zijn benen leiden een eigen leven; ook Harm lijdt: hij deponeert zijn maaginhoud op die lastige Romeinse staatstenen.

Iedereen is het er echter over eens, dat ambiance, medaille en gezelligheid in deze stad zeer hoog scoren. Voor mij was het een paradijselijke loop. Alles ging soepel, ik genoot van de route en bovenal, na aankomst bleek ik me net zo lekker te voelen als bij de start.

Rome en New York zijn nu mijn mooiste marathons. Met Pino heb ik afgesproken deze marathon volgend jaar met onze zonen te lopen. Tja, dan moeten die dit wel willen!


De lang ontwende tranen wellen
plotseling warm en één voor één;
Koepels drijven als waterbellen
teruggedrongen er doorheen.
En tempels, kerken en arcaden
het wordt één stromend visioen
waarin het hart zich tracht te baden
van goud en parelmoer en groen.
En eindelijk tot rust gekomen
rijs ik omhoog met snelle tred
en mompelde steeds nog: Rome, Rome
als bad ik smekend een gebed.
Door de Gouden hemelen omgeven,
zingt een engel op zijn pad
dit is geluk
(uit Bertus Aafjes, Een voetreis naar Rome (1946))