logoDagblad van het Noorden 18 april 2007

door Jaap Kiers

De mobiele fietsenmaker is in opmars. Overal in den lande verschijnen fietsreparateurs die met een busje bij de mensen thuis verschijnen. Er bestaan zelfs filosofieën over een landelijk opererende wegenwacht voor fietsers.

Sauwerd - De vette maanden zijn aangebroken. "Komende weken kan ik er waarschijnlijk niet veel meer bijhebben", zegt Olaf Damstra uit Sauwerd. Drie jaar geleden begon hij met een oude bus een mobiele fietsenmakerij vanuit het Noord-Groninger dorp. De zaken gingen snel. "Maar het is nog niet genoeg om ook de winter door te komen", bekent hij eerlijk. De 35-jarige Damstra heeft daarom nog een parttime baan als onderwijsassistent aan het Noorderpoortcollege in Appingedam. Technische vakken uiteraard. "Maar zodra ik hier helemaal van kan leven kies ik daarvoor." busAanvankelijk zou Damstra een fietsenhandel beginnen met een compagnon. "Maar we werden het niet eens. Hij wou de kant van de racefietsen op en daar kun je niets in verdienen. Zeker hier op het platteland niet. Of je moet zó specialistisch worden dat je er een naam door krijgt." Toen hij in Drenthe een mobiele fietsenmaker zag rijden dacht Damstra: Zó kan het ook. Korte tijd later ging hij van start. En één advertentie per week in de Winsumer Wiekslag (op het hele Hogeland het gele krantje genoemd naar de kleur papier) blijkt genoeg te zijn om er een redelijke boterham aan over te houden.

Damstra's service doet volgens hem in niets onder voor die van de reguliere fietsenhandel. "Ik werk met onderdelen van drie grote groothandels, alleen houd ik natuurlijk zo min mogelijk op voorraad." Nieuwe fietsen levert de Sauwerder bovendien ook. "Aanvankelijk was dat echt een bijzaak, maar inmiddels is het toch al twintig procent van de omzet. Ook daarvoor geldt: Ik ben geen winkel, ik lever ze rechtstreeks van de fabriek."

Maar reparaties zullen altijd zijn core-business blijven, verwacht Damstra. "Daar komt steeds meer werk in en ik moet het toch van m'n uren hebben. In het westen is het al steeds meer gewoonte dat er fietswarenhuizen ontstaan, die leveren helemaal geen service meer. Dat betekent dat er extra werk voor reparateurs ontstaat."

Damstra werkt van Lauwersoog tot in de stad Groningen. "In de zomer natuurlijk ook toeristen. Af en toe heb ik een pech onderweg gevalletje. Maar het meeste gebeurt toch op afspraak." Over het idee van FietsNed - een landelijke franchiseketen die uiteindelijk zo'n honderd reparatiebusjes op de weg wil krijgen - om een soort wegenwacht voor fietsenmakers te beginnen, is Damstra evenwel niet enthousiast. "Pech onderweg is toch bijna altijd een lekke band. Een kwartier werk, daar kun je niet van bestaan."

Grotere (onderhouds)klussen zijn belangrijker voor hem. "Die neem ik vaak mee naar huis. En een of twee dagen later breng ik zo'n fiets dan terug. De mensen hier op het platteland vinden dat handig. Bovendien reken ik geen voorrijkosten."

Toch, gevraagd naar de gekste klus die hij tot nu toe tegenkwam, zegt Damstra: "Ik werd eens gebeld door een toeriste van wie de rugzak in het achterwiel was geraakt. Die fiets heb ik helemaal uit elkaar moeten peuteren. De schade viel gek genoeg nog mee. Nee, niet aan de rugzak. Daar was weinig meer van over."

twee organisaties

Nederland telt inmiddels zo'n 25 mobiele fietsenreparateurs. Zeventien daarvan zijn aangesloten bij de Nevemo, de Nederlandse Vereniging van Mobiele Fietsreparateurs. De andere acht werken onder de franchisekoepel FietsNed. In Drenthe zijn mobiele rijwielreparateurs te vinden in Tynaarlo en Smilde. De bij FietsNed aangesloten Collin van Dalen bewerkt het zuiden van de provincie, van Emmen tot Hoogeveen.