verslag van een weekend                                                                                           door Jaap Smit
Het was me de week wel, dacht ik zondagavond toen ik terugkwam in Winsum na een heerlijke atletiekzondag. Woensdag wat gewetenswroeging omdat ik niet bij de laatste training voor Rotterdam kon zijn. Ik heb me al jaren verbonden als” dorpsomroeper” aan het schoolvoetbal in Winsum. En ook dit jaar kon ik geen nee zeggen. Maar ik vertrouwde volledig op de discipline van de Rotterdamgangers en gaf Geert Jan de nodige instructies voor de laatste training.
Vrijdagavond even over 8 gaat de telefoon in huize Smit en Gonny meldt zich : ”Ik ben er klaar voor, voel me goed. We gaan ervoor.”De zelfverzekerdheid waarmee dat door de hoorn klinkt doet me goed. Mijn reactie: Daar moet ik bij zijn. Ben drie jaar niet in Rotterdam bij de marathon geweest  en met een dergelijke Artemisvertegenwoordiging moet er eigenlijk ook een trainer bij zijn.
“Gonny ik kom zondagmorgen naar Rotterdam“ is dan ook mijn reactie. ”Mondje dicht, alleen jij weet het” voeg ik er aan toe. ”Ik verras ze wel langs het parcours”.We nemen afscheid en ik concentreer me op zaterdag. Lopster Torenloop van het loopcircuit.Wedstrijdleider, omroeper,- Harm Noor heeft een andere klus-, er wacht weer een druk dagje. Het komt goed uit dat Hunsingo zondag vrij is, dus ik heb geen andere verplichtingen.

 

23.00 uur: Drie bruine bolletjes met rosbief en gebakken ei klaarmaken. Cola uit de koelkast, dop eraf, want de prik moet eruit , bananen klaarleggen en mijn verzorgingstasje met tape, massageolie
energierepen, koelgel, blarenpleister, enz.enz.  Wekker zetten op 6 uur, nog een goed glas en op naar de zondag.
Natuurlijk ben ik een half uur voor het aflopen van de wekker wakker. Zo gaat dat al jaren. Na een rustig en goed ontbijt om 7 uur de auto in, tanken in Groningen en het gas erop. Heb thuis nog even mijn perskaart gepakt, een oude opnametape van TV Noord  bij me liggen, niemand houdt mij straks tegen. Onderweg  gaan mijn gedachten terug naar de woensdagavond in november. Tien Rotterdamgangers  rond de tafel. Harm-Jan kreeg het verzoek van Edwin en Han om ook het door mij gemaakte trainingsprogramma te mogen gebruiken. Natuurlijk en dus iedereen die een voorjaarsmarathon loopt  kan komen  We starten met een 10 weken schema,  waarna we in februari met de laatste 8 weken beginnen. Ook Aleida schuift aan, want ze gaat een paar week later naar Enschede. Een heerlijke avond en de voorjaarslopen gaven al aan dat het goed ging. Helaas moest Harm-Jan afhaken. Een vervelende val in bad molt zijn knie en dus: Dag Rotterdam. Doen we over in een najaarsmarathon Harm- Jan! Je mijmert  zo wat door en om half 10 doemen de contouren van Rotterdam  op. Even nadenken, hoe was het ook weer? Richting Centrum, dan Delfshaven, naar het ErasmusUMC en vlak daarvoor linksaf naar de Maasboulevard. En dan onder naar de parkeerplaats bij de Erasmusbrug op 100 m van het hotel. Tot 12 uur vrij parkeren. Kijk op de klok: 9.45 uur, Yes!!
600 m lopen naar de start. Pet op, oranje jas aan en op weg.
Na 400 m doemen de eerste steuntroepen op: Geert, de youngsters Miljoen en Schaaphok stijf van de spanning voor hun 10 km en een knappe zwartgelokte dame. Stom , stom ,stom  ik vergeet me aan haar voor te stellen en begin tegen Geert te praten. Rustig als altijd antwoord Geert, maar ik ken hem wel, van binnen is hij net zo nerveus als zien wicht.
Loop richting start en zie de eerste mensen zich al nestelen op een goed plekje. Loop verder door en ontwaar Bert op en neer huppend voor het toilet, waarom niet in het hotel de darmen schoongeveegd vraag ik me af. Tiny kijkt me recht aan en grijnst me toe, een dikke smok door het gaas en de waardering dat ik er ben. Bert zie ik later als ik mijn oranje arm opsteek inclusief duim.
Het glimmende koppie straalt spanning en ook vertrouwen uit.
Ik ga terug en kom Bert Niemarkt tegen met vrouw en denk ik schoonzuster. Bert was uitstekend in vorm, maar heeft twee turbulente weken meegemaakt in de privésfeer. Je ziet de spanning en maakt je zorgen.
Op naar de Erasmusbrug. Loop in een portiek tegen de blos van Anja op, ook al zo verrast. Geert grinnikt op zijn bekende manier: Hij wist jawel.
Anja schakelt me gelijk in, want Edwin wil graag zijn gel op 35 km. Hoe kom je daar? Nou das moeilijk,  geef maar mee, want ik ga naar de 34 km. Ook weer opgelost. Het is intussen tien voor 11, dus naar de auto, rugzak met bevoorrading en andere verzorging op de rug de brug op. Pet wat  strakker op de kop, want sinds 2004 ligt er al een Chicagocap op de bodem van de Maas.
De koplopers komen voorbij en links en rechts van de tramlijn gaan duizenden lopers de brug over.
Gonny , Edwin, Bert, ze reageren allemaal op mijn kreet en aanmoedigingen. Theo zie ik bijna over het hoofd. Hij ziet mij wel. Ik kijk wat verstoord. De voorzitter in een grijs zwart tenue. Passend bij de haardos, maar een voorzitter moet in: Clubkleding!! Gevolg: op de 34 km zie ik hem over het hoofd.
Bert N. begint rustig, maar ik ben niet rustig. Han kan ik niet ontdekken. Later hoor ik dat hij in KPNtenue liep. Ja hallo, ik kan niet alles zien. Gerard Elsinga had zich ook al vermomd. En Marianne had last van wind in de oren en doet alsof ik niet besta.
Ik wacht tot de top tien terugkomt bij het 26 km punt en ga naar de auto. Via de ring naar de A16 en naar de afslag naar het Excelsiorstadion, waar ik vaak met Groningen en Veendam ben geweest voor RTV Noord. Weet waar ik binnendoor kan en loop tegen een afzetting op. Toon mijn perskaart en zeg tegen een vriendelijke agente dat ik een tape naar de cameraman moet brengen en hou haar de Sonyband voor de neus. Ze wijst me een plaats aan waar ik de auto kan neerzetten: mooi tussen de 34 en 35 km. De truc werkt weer. Het 35 km punt is veel te druk dus loop ik naar de 34km markering. Zak in het gras met een lantaarnpaal als steun, eet wat en heb drie kwartier de tijd om op de Artemisgladiatoren te wachten.   
 De pacemaker met 3 uur 15 op zijn ballon passeert. 10 min. later ontwaar ik Edwin, grijp de gel en sprint tussen de lopers door naar hem toe. Ik zie de verrassing in zijn ogen en helemaal als ik de gel aanreik. Hij staat er  goed op en bevestigt dat ook. Heel blijven denk ik. Even drinken en wachten op de volgende. Daar zijn Bert en Gonny . Ik pak mijn fles sportdrank en loop een paar meter mee. Gonny hoeft niet, maar Bert is verstandig en neemt de fles mee. Ze zien er goed uit. Ik kijk ze na en zie Gonny toch maar de fles aan de mond zetten. Goed zo denk ik. Vijf minuten later komt Tiny langs, de kou heeft invloed gehad en de benen zijn volgelopen.

Bel Geert aan de finish en doe verslag. Tien min. later komt de pacemaker met 3.45 op zijn ballon langs. Zooo.. rekende ik snel, als alles goed blijft gaan komen Bert en Gonny  tussen de 3.30 en 3.35 binnen .
Klasse, klasse denk ik en geef mezelf even een pluim. Juiste schema’s gemaakt. Dan wordt het turen en turen. Theo, Gerard, Han, ik kan ze niet ontdekken. Bert N. komt langs.”Het gaat niet” meldt hij.  “Ik loop vol”. Ik zie de teleurstelling en adviseer hem in alle rust uit te lopen en een tijd te vergeten.
Ik wacht op Marianne en Theo van Mal. Iedereen heeft recht op aandacht. Ik kan Marianne een beetje helpen door haar kuiten in te smeren met ontspanningsolie. Ze zijn wel erg hard, maar ze gaat door deze kanjer. Theo weet het wel: door een blessure aan de scheenbenen te weinig kilometers gemaakt, maar moedig loopt hij uit. Ook een kanjer.
Terug naar de finish en het hotel. Stap in de auto en hoor Henk Kok zeggen dat Groningen  voor staat. File op het Terbregtseplein meldt de boordradio, maar ik ken de sluiproute. Het lukt en 15min.
later sta ik voor het Maritiemhotel.  Daar zitten ze in de Maritiembar. Medailles om, biertje  en blosjes. Bert ,zoals altijd nuchter en tevreden met zijn debuut op de marathon. Theo krijgt een waarschuwing dat het lopen met een ontsteking gevaarlijk kan zijn, maar dat hij ondanks de pijn tevreden mag zijn. Tiny beseft  volgens mij nog niet goed dat ze ondanks de tegenslag sneller was dan vorig jaar in Istanbul. Dan trilt de telefoon. “Met Gonny”. Ze klinkt nog wat beduusd.  Ja eerste en ja Nederlands kampioen. Ze lijkt het amper te beseffen.

Ik neem afscheid. Nog even  langs de dochter en kleinkinderen in Boskoop. Dan door naar huis.Om 22.00 uur passeer ik de Apenrots van de Gasunie. Een kwartier later schenkt  Marjan mij Four Roses met ijs in. Voldaan laat ik een zeldzaam .. Vluggertje Rotterdam.. van 15 uur nog eens voorbij komen.
“Zal ik nog even bijschenken”, vraagt Marjan, maar het glas is al gevuld. Leuk trainer te zijn. Proost allemaal op jullie geweldige prestaties.

Jaap Smit