Pffffffffffff als ik ergens een hekel aan heb is het wel om vroeg mijn bed uit te gaan.
Maar ja de “Slachte marathon” begon toch echt om half 7 s'ochtends.
Dus daar hikte ik  al de gehele week tegenaan. , niet eens zo zeer tegen de marathon zelf. Werd iedere ochtend met een knoop in mijn maag wakker.
Maar op de nacht suprème: Het ging prima, ik als niet voetbal fan toog keurig om half 10 s'avonds naar bed, sliep als een blok tot klaas mij wakker stompte om kwart voor 3.

Om half 4 zaten Tiny, Eppie, Janneke en ik in de auto en togen we naar Groningen waar we Siert Modderman nog oppikten bij de gasunie.
Hij had in alle consternatie benzine in de diesel auto gegooid en tsja dan rijdt zo’n auto toch echt niet op.

Aangekomen in Sneek stonden er al zo’n 10 bussen te wachten om ons naar de start plek te brengen. Maar de rit duurde lang,  we hadden erg weinig tijd tot aan de start, het enigste minpuntje van deze marathon.
Ikzelf had in die dagen ervoor gauw nog een drinkflesjes buidel gekocht want de drinkbuidel die ik altijd gebruikte was te groot geworden door de kilometers die ik al gemaakt had, en het gewicht wat ik toch nog verloren had. Ep had nog tegen mij gezegd”Moet je wel even uitproberen hoor want straks zit het alsnog niet goed: .
Maar ja “aigenwies” als ik was dacht ik ach dat loopt wel los, nou niet dus.
Direct bij het begin zakte de gordel al naar beneden en gelukkig stond er een motorrijder met begeleidster nog aan de kant van de weg en die heeft t spultje meegenomen ( en heb ik later keurig weer terug gekregen.

We hebben de gehele weg prachtig weer gehad en na de 20 km zijn we iedere 2 km even gestopt om wat te drinken en te eten.
Wat mij het meeste verbaasde was dat ik het vooral moeilijk had zo rond de 20 km en na die tijd eigenlijk niet weer, dus ik kon ep toen mooi een beetje afleiden zo rond de 38 km.
De meeste dorpen waren leuk versierd en echt overal stonden mensen en muziekkorpsen en zelfs een koor om ons toe te zingen.

Wat ons wel ten zeerste verbaasde was een mevrouw van ongeveer 50 jaar die het (om voor ons onduidelijke reden) niet langer vol kon houden, en zo in haar hardloopkleren bij een motorrijder ( die bij de organisatie hoorde) achterop stapte, nou dat leek ons toch vragen om moeilijkheden.

Vooral de laatste kilometers zag je toch wel veel mensen wandelden, en 1 mijnheer liep toch wel zo moeilijk, ik dacht ai, ai als hij het maar redt.
Tot mijn verbazing zat hij achter me in de bus, en ik zei tegen hem “U had het toch wel moeilijk, waarop hij in onvervalst Belgisch antwoordde: Tsja iek had maar amper getraind tot 20 kielometer, maar joa de slachte wordt maar iene keer in de 4 joar gehoudn no, dus iek moest h’m wel loope!”

Terug naar de sporthal even heerlijk gedouched en toen naar huis waar er twee reusachtige hortensia’s en een trotste familie om mij stonden te wachten.


Magriet Taselaar-Vegter